Blue-Green
Onkruid bestrijden met heet water kan ook zonder uitstoot van fossiele brandstoffen, bewijst Groen Aannemingsbedrijf Punt B.V.. Het innovatieve Rotterdamse familiebedrijf loopt met ‘Blue-Green’ vooruit op een glyfosaatvrije toekomst.
Binnen de DOB-methode kunnen gemeenten kiezen voor verschillende methoden om onkruid op verhardingen te bestrijden: mechanisch, thermisch of chemisch. Toch gaan sommige opdrachtgevers nog voor chemisch bestrijding (gif), weet Bastiaan Punt die samen met zijn tweelingbroer Matthijs, Groen Aannemingsbedrijf Punt B.V. runt.
Onkruidbestrijding is een van de gebieden waarop het Rotterdamse familiebedrijf al jaren actief is. Doel van de broers is om dit zo duurzaam mogelijk te doen en chemische bestrijdingsmiddelen zo ver mogelijk terug te dringen. Allesbehalve een gekke gedachte nu het gebruik van glyfosaat volgend jaar misschien nog wel verder wordt ingeperkt.
Als alternatief voor gif, ontwikkelde het bedrijf in de afgelopen jaren de Punt Methode die uitgaat van de juiste machine, op de juiste plek, en op de juiste tijd. “Door de verschillende bestrijdingstechnieken (kantensteken, branden, borstelen en heet water) slim te combineren, bereiken we hetzelfde resultaat als met herbiciden”, zeggen de broers.
Lastige rekensom
Desondanks kiezen sommige gemeenten voor chemische onkruidbestrijding. “Omdat het goedkoper is, denken ze”, zegt Bastiaan. “Maar opdrachtgevers wegen vaak niet mee dat veel van de kosten van gifgebruik op een andere plek terechtkomen. Zo brengen de concentraties glyfosaat in open water extra maatschappelijke kosten met zich mee om schoon en veilig drinkwater te produceren.”
De verschillende budgetten tussen de afdelingen grijs en groen binnen een gemeente, maken het kosten-batenverhaal er ook niet makkelijker op. “Voor de afdeling groen is het misschien goedkoper om in één keer onkruid van een halve meter dood te spuiten dan om een paar keer heet water toe te passen. Maar ‘grijs’ wordt er juist door op kosten gejaagd. Want die moet het onkruid opruimen.”
De lastige rekensom is niet het enige waardoor lang niet elke gemeente de Punt Methode omarmt. De terughoudendheid komt ook doordat de alternatieven voor gifgebruik zelf ook niet milieuvriendelijk zijn. Om water te verwarmen is veel energie (lees: diesel) nodig. En branden gaat niet zonder LPG te stoken. Bovendien is de uitvoering van beide methoden nogal technisch en ingewikkeld waardoor het moeilijk is om geschikte mensen te vinden voor de uitvoering.
Container in de wijk
Om een gifvrije toekomst te verwezenlijk moesten de broers dus met wat beters komen. Ze ontwikkelden Blue-Green, een methode om CO2-neutraal onkruid te bestrijden met behulp van heet water.
Het kwartje viel vorig jaar toen de broers bedachten dat ze water op dezelfde manier konden verwarmen als hun bedrijfspand in Rotterdam: met afvalhout. Nu heeft Punt twee biomassainstallaties op het terrein staan. Een voor het gebouw, en een om 20.000 liter water te verwarmen tot 98 graden.
Hoe Blue-Green verder werkt? Het te verwarmen water wordt uit de spoorsloot achter het bedrijf in een geïsoleerde container gepompt. De biomassainstallatie brengt het water (vaak ’s nachts) op temperatuur. Vervolgens wordt de container met bijna kokend water per vrachtauto vervoerd naar de wijk waarin het onkruid moet worden bestreden. De trailer biedt naast de container ook plaats aan twee elektrische voertuigen. De container wordt op een locatie neergezet. De wagentjes tappen er hun water uit en brengen dit op het onkruid.
“De vrachtauto is de enige die CO2 uitstoot”, zeggen de broers. Maar ook dit kan worden geminimaliseerd. De biomassainstallatie, is namelijk mobiel. Deze kan tijdelijk of permanent ergens worden neergezet en ter plekke oppervlaktewater oppompen en verwarmen.
Simpele voertuigen
Hét voordeel van een container vol heet water in de wijk, is dat de elektrische voertuigen niet zelf steeds kleine hoeveelheden water hoeven oppompen en verwarmen. Dat scheelt een hoop tijd (dus geld), brandstofemissie en veel lawaai. Bovendien wordt het werk voor de bestuurder een stuk makkelijker.
Probleem van alle gangbare heetwatermachines is dat ze niet zoveel water kunnen meenemen omdat ze anders te zwaar worden voor het trottoir. Daarom zijn ze allemaal gemaakt om zo efficiënt mogelijk met water om te gaan. Het zijn hierdoor tamelijk ingewikkelde apparaten geworden, aldus de broers. “Ze zijn sensor gestuurd. Bestuurders moeten in de cabine allerlei druk-, afgifte- en temperatuurmeters in de gaten te houden, en weten hoe ze eventueel moeten ingrijpen bij afwijkingen. Het is heel moeilijk om medewerkers te vinden die dat kunnen.”
De grap van Blue-Green is juist dat er heet water in overvloed is in de wijk. Een hele container vol. De voertuigen van Punt hoeven dus niet zuinig te zijn. Daardoor konden de broers alle techniek uit de voertuigen halen. Er zit alleen nog een knop in de karretjes om de kraan open en dicht te doen. De zwaartekracht doet de rest.
“Medewerkers van een SW-bedrijf kunnen onze voertuigen besturen”, zegt Bastiaan. “Ook dat is winst. Zeker gezien de bezuinigingen op de sociale sector komende jaren, en de noodzaak om mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt, een zinvolle dagelijkse invulling te geven.”
C02-neutraal
Blue-Green wordt al toegepast in Alphen aan den Rijn, Rotterdam en Dordrecht. Maar het lek is nog niet boven. Want onkruid bestrijden met kokend water is met name geschikt voor obstakels en kleine oppervlakten, anders moet je wel heel veel water gebruiken. Daarom ontwikkelt Punt momenteel een vergelijkbare CO2- neutrale methode om onkruid te bestrijden voor de grote oppervlakten: Red– Green. Een combinatie van Red en Blue is een volwaardig alternatief voor gif, aldus het directieduo. Omdat Red– Green nog in ontwikkeling is, willen ze niet al te veel op het concept vooruit lopen. Uitgangspunten zijn ook hier: geen emissie en simpel in het gebruik.